De consentmethode voor besluitvorming als bijdrage aan een verlichte sanghacultuur
Marianne de Soet – Cirkel (Tijdschrift voor Zijnsoriëntatie) 61 (2020) p. 36-41.
We zijn al verlicht, dat is het uitgangspunt van Zijnsoriëntatie. Alle verschijningen binnen en buiten ons zijn in wezen verschijningen in en van onze geest, het is het spel van Gewaarzijn zelf. Dat leren belichamen noemen we het pad van verlichte levenskunst. Hoe is die visie te integreren in hoe we met elkaar besluiten nemen? Sinds kort passen we daarvoor bij de beroepsvereniging van Leraren Zijnsoriëntatie – ook wel de lerarensangha genoemd – de consentmethode toe. Die lijkt wonderwel bij de visie aan te sluiten.
Consent
De consentmethode beschrijft een manier om tot een gedragen besluit te komen via consent, waarbij gelijk- waardigheid, verantwoordelijkheid en vrijheid de basis vormen (Wiechers en Kruk, 2018). Wat betekent consent? Je geeft consent aan een voorstel als je er geen overwegend, beargumenteerd bezwaar ertegen hebt. Het is een ‘geïnformeerd geen bezwaar’. Dat houdt in: “dat je het niet eens hoeft te zijn met het voorgestelde besluit, maar je moet er wel mee kunnen leven, en het moet kloppen gezien vanuit het geheel van de groep”, zo stellen Wiechers en Kruk (2018, p.27). Consent is dus echt iets anders dan consensus1.
Om tot consent te komen hebben alle betrokkenen hun mening kunnen geven en is er goed naar elkaar geluisterd. De methode blijkt goed te gebruiken in organisaties die op basis van gelijkwaardigheid met elkaar willen samenwerken en besluiten nemen. Voor een dergelijke gelijkwaardige groep mensen die gezamenlijk werkt aan een doel wordt het woord ‘kring’ gebruikt. Een kring wordt binnen de consent- methode gezien als een organisatie die binnen vastgestelde grenzen autonoom is, een eigen verantwoordelijkheid heeft en z’n eigen besluiten kan nemen. Het gebruik van de methode stimuleert de samenhang tussen de kringleden. Mij lijkt deze beschrijving rechtstreeks van toepassing op onze lerarensangha. Voor ik inga op de relatie met Zijnsoriëntatie, wil ik eerst aangeven hoe ik ermee in aanraking kwam, hoe de consentmethode in zijn werk gaat en hoe de waarden gelijkwaardigheid, verantwoordelijkheid en vrijheid daarin vorm krijgen. Omdat dit themanummer over integratie gaat, wil ik ook stilstaan bij hoe ik integratie in dit verband zie.
Rust
Ik maakte kennis met de methode in een studie- groep, waarin we een lastige beslissing hadden te nemen over een issue waarbij we flink van mening verschilden. De gespreksleider nodigde ons uit om in een aantal rondes onze mening te geven, zonder commentaar te leveren op elkaar. Zodoende kwamen onze meningen, precies zo verschillend als ze waren, naast elkaar in beeld. Het gaf rust dat we om de beurt konden spreken en dat er geen discussie was. Door die rust ervoer ik ruimte in mezelf om de antwoorden binnen te laten komen. Dit leidde tot meer nuance in mijn mening; ik zag dat ook bij anderen gebeuren. Dit had een verzachtend effect en de ontspanning die dat gaf bleek de creativiteit in de groep te bevorderen.
Tegelijk werd duidelijk dat het volgens de toegepaste methode helemaal niet de bedoeling was dat we het eens werden of tot consensus kwamen, maar dat het erom ging of ik wel of niet een overwegend bezwaar had tegen de uiteindelijke beslissing. Ook dat gaf ruimte. Tegelijkertijd voelde ik de verantwoordelijkheid voor mijn mening toe- nemen, gepaard aan angst dat ik er misschien alleen in zou komen te staan. Dat bleek uiteindelijk niet het geval. Ik kon leven met de einduitkomst, en deze werd niet alleen door mij maar door allen gedragen, want ieder had ruimschoots zijn of haar inbreng gehad.
Proces
Deze besluitvormingsmethode heeft als doel de effectiviteit van de samenwerking in een groep te vergroten door tot gedragen besluiten te komen, waarbij tevens de creativiteit van de groep wordt benut. Consent betekent dat je – alles afwegend – geen overwegend bezwaar tegen een voorstel meer hebt. En dat geldt dan voor elke deelnemer. We kennen doorgaans besluitvormingsmethoden als consensus of de meeste stemmen gelden. Met consent gaat het proces anders dan we gewend zijn. Daarom wil ik eerst het proces beschrijven.
Gezamenlijk tot het beste groepsbesluit komen gaat niet vanzelf, zoals we allemaal weleens hebben ondervonden. Daarom is een aantal spelregels opgesteld. Spelregels geven helderheid en dat is nodig voor houvast en veiligheid. De belangrijkste spelregel is dat elke deelnemer de ruimte krijgt die nodig is om bij te dragen. Een gespreksleider zorgt ervoor dat iedereen aan de beurt komt en dat de deelnemers niet op elkaar reageren of in discussie gaan. Zodoende komen alle meningen naast elkaar te staan. Iedereen komt aan de beurt en wordt dus gehoord. Er wordt doorgegaan met rondes totdat alles is gezegd. Als het de deelnemers aan een vergadering helder is hoe het proces van voorstel tot besluit verloopt, geeft dat houvast en veiligheid. We kunnen ontspannen. Deze ontspanning ontkrampt en dat schept ruimte voor beweging, flexibiliteit en creativiteit. Dat biedt op zijn beurt een voorwaarde voor het maximaal vrijkomen van de wijsheid van de groep. Er wordt gewerkt met vier soorten rondes: beeldvorming, meningsvorming, verdieping en besluitvorming.
Soms blijkt het lastig om tot een voorstel te komen waartegen niemand meer bezwaar heeft. Het kan helpen om aan degene die vasthoudt aan een bezwaar te vragen na te gaan hoe zijn of haar idee bijdraagt aan het realiseren van het gezamenlijke doel. Het effect van deze vraag is vaak dat het oorspronkelijke voorstel wordt verrijkt en verdiept. Het toetsen aan een gezamenlijk referentiekader kan dan helpen om het voorstel net even anders te formuleren. Het is dus wel belangrijk dat er een helder gezamenlijk doel is, want alleen dan kan het dienen als referentiekader. Besluitvorming wordt zo een bewust, gedisciplineerd en creatief proces – zonder nodeloze discussie – wat leidt tot gedragen, uitvoerbare besluiten.
Hogere waarden
Gelijkwaardigheid, verantwoordelijkheid en vrijheid zijn zogenaamde hogere waarden2. Ze spreken mij afzonderlijk aan, maar ook in hun samenhang. Wiechers en Kruk (2008, p. 21) beschrijven die relatie als volgt: “Je ervaart vrijheid omdat je verantwoordelijkheid neemt. En die verantwoordelijkheid neem je graag, omdat je merkt dat je mening ertoe doet. Je ervaart gelijkwaardigheid. Omgekeerd: wanneer we allemaal vanuit gelijkwaardigheid verantwoordelijkheid nemen voor onze mening, kunnen we de vrijheid ervaren waarnaar we zo verlangen.” Ik vind dat mooi, die relatie tussen vrijheid en verantwoordelijkheid vanwege gelijkwaardigheid. Door de groep te zien als een kring – met een gelijkwaardige inbrengmogelijkheid – voelt dat als uitdrukkings- vorm van gelijke waarde van alle deelnemers. Door- dat ik dan graag verantwoordelijkheid neem voor mijn mening en mijn daarbij horende gevoelens, snijd ik mijn symbiotische afhankelijkheid door. Dat maakt mij vrij. Ik word autonoom zonder de relatie te verbreken. Ik word stuurvrouw.
Verkenning vanuit Zijnsoriëntatie
Ik vind het interessant om de relatie tussen de hogere waarden – gelijkwaardigheid, verantwoordelijkheid en vrijheid – en de principes van Zijnsoriëntatie te verkennen. Het is een verkenning en ik nodig je als lezer graag uit je gedachten naast de mijne te zetten. Zo kunnen we dit veld samen verder exploreren. Hans Knibbe gebruikt in het boek Zijn en Worden het beeld van de Jacobsladder. Op die ladder tussen hemel en aarde zag Jacob engelen afdalen en opstijgen. Het beeld houdt de suggestie in van een continuïteit tussen hemel (openheid, licht) en aarde (vorm, materie) en alles daartussenin, waarbij de engelen de communicatie verzorgen. Ik vind het beeld hier behulpzaam om aan te geven hoe Zijn zich uitdrukt in vormen via niveaus van concretisering, van verdichting. Bovenaan staat Zijn zelf. Het heeft geen speciale karakteristieken: het is lege, heldere, stralende openheid, iedere vorm overstijgend en omvattend. Tegelijk is Zijn aanwezig in iedere vorm, want vanuit Zijn gezien is elke vorm op dezelfde wijze doortrokken van stralende openheid. Dat is het principe van de fundamentele zijnsgelijkheid. Het is Gewaarzijn zelf dat inherent aanwezig is in al onze gedachten, gevoelens en zintuiglijke waarnemingen.
Vanuit Gewaarzijn gezien zijn alle fenomenen dus in essentie op gelijke wijze doordrongen van de open, stralende essentie van Zijn, maar qua vorm kunnen ze verschillen. Ook wij mensen – zo verschillend als we verschijnen – zijn in essentie zijnsgelijk. En we manifesteren ons verschillend. Ook die verschillen zijn in essentie weer uitdrukkingen van Gewaarzijn. Belangrijk is dat dit alleen waar is vanuit het verlichte zicht. Ik zie een parallel van deze fundamentele zijnsgelijkheid met de gelijkwaardigheid zoals iedere deelnemer in de consentmethode wordt gezien: ieder mens is van gelijke waarde.
Hoe zit het met verantwoordelijkheid? Vanuit Gewaarzijn gezien is alle waarneming op gelijke wijze doortrokken van Gewaarzijn. Voorts kent Zijnsoriëntatie het principe dat alle waarneming plaatsvindt in mijn eigen geest. Op het moment dat ik dat zie kan ik niet anders dan daarvoor verantwoordelijkheid nemen, want wie anders zou verantwoordelijk kunnen zijn voor mijn geest? Deze verantwoordelijkheid voor al mijn waarneming – zoals mijn aannames, gevoelens en gedachten – maakt me los van mijn kinderlijke afhankelijkheid van de buiten- wereld; ik ben vrij en kan kiezen. Deze vrijheid – als gevolg van het nemen van verantwoordelijkheid – is weliswaar niet identiek aan de inherente vrijheid – zoals onze aard vanuit Zijnsoriëntatie wordt gezien –, maar wel daaraan verwant, omdat het een meer bevrijde vorm van manifesteren is.
Integratie
Ik zie het toepassen van de consentmethode als een vorm van integratie. Wat maakt dat ik dat zo zie? Bij integratie gaat het om het toepassen van Zijnsgeoriënteerde principes op aspecten van het dagelijks leven, waarin normaal gesproken de dagelijkse geest met z’n gewoontepatronen regeert. Een van die aspecten is besluitvorming, waarmee we in de lerarensangha regelmatig te maken hebben. In het eerdergenoemde beeld van de Jacobsladder gaat het bij het afdalen van de ladder om een beweging van subtiel naar concreet, naar manifestatie in vorm, van involutie. “Vanuit Zijn daalt onze geest de ladder af met vernieuwde waarden in de wereld van de vormen en raken we vanzelf afgestemd op essentiële, eeuwige waarden als waarheid, liefde, schoonheid.” (Knibbe, 2006, p.65).
Ik mediteer onder andere om te wennen aan de stralende openheid die ik ten diepste ben, en concreter: om te wennen aan Spirit en Spiritkwaliteiten, zoals waarheid, liefde en schoonheid. De Spirit maakt zich kenbaar als Gestalte, die via ingevingen en influisteringen rijkdom communiceert naar mijn psyche. De Spirit manifesteert zich in Spiritkwaliteiten als respons op de uitdaging van dat moment. Maar Spirit is zeer subtiele energie, vergelijkbaar met de wind. Hij heeft mijn psyche nodig om zijn gift te kunnen uit- drukken in materie. Met mijn psyche geef ik er ‘handen en voeten’ aan. Hier werk ik samen met Spirit, waarbij mijn psyche dienend is aan Spirit. Dit kan alleen als mijn psyche voldoende ontwikkeld is om bewust en in vrijheid Spirit te kunnen ‘gehoorzamen’ en van daaruit gevend te zijn. Voor deze psyche-ont- wikkeling is de beweging de ladder op belangrijk.
Zwaartepunt in rijpe volwassene
Hoe nodig de opgaande beweging op de ladder is op het spirituele pad, beschrijven zowel Ken Wilber (2014) als Adeline van Waning (2017), die in een uitgebreide en waardevolle studie de visie van Wilber verder uitwerkt. Beiden maken onderscheid tussen ontwaken en ontwikkelen. Zij stellen dat we meditatieve staten kunnen ervaren die ons dichterbij ontwaken en in contact met Spiritkwaliteiten kunnen brengen. Maar meditatieve staten zijn in ons dagelijks leven niet stabiel, zoals ik zelf vaak ervaar. Er is een grote kans op een splitsing tussen ‘het kussentje’ en ‘het dagelijks leven’. Dus, stellen zij, is het belangrijk dat we tegelijkertijd onze psyche-structuur zodanig ontwikkelen dat die steeds ruimer wordt, meer complexiteit kan bevatten en de voorgaande fase liefdevol kan omvatten en overstijgen; dat we steeds meer blijvend ons zwaartepunt kunnen leggen in de rijpe volwassene. We kunnen dan meer volwassen keuzes maken, meer verantwoordelijkheid dragen, grotere gehelen in ons bewustzijn toelaten en ons stuurvermogen steeds beter aanspreken. Dat helpt om meditatieve staten te stabiliseren.
Hans Knibbe beschrijft deze ontwikkeling in Zijn en Worden als de beweging de Jacobsladder op: als evolueren, als uitvouwen van ons potentieel. Het gaat daarbij om het telkens toewenden van onze psyche naar een ruimere optiek en naar hogere waarden. Ik zal Spiritkwaliteiten dus niet alleen in mijn meditatie moeten leren kennen, maar ze tevens waarde moeten toekennen. Dit helpt mij om mijn lagere waarden en belangen te zien en los te laten. Om ze niet te veroordelen, maar te zien als ingevouwen Spirit en liefdevol te omarmen en te overstijgen. Hierdoor kunnen mijn lagere tendensen in hun vrije vorm meedoen. Soms vraagt dit loslaten om een offer. Dit is een van de manieren waarop ik mijn zwaartepunt leer leggen op een hogere trede van de ladder. Spiritwaarden komen tot uitdrukking als respons op de uitdaging van dat moment via persoonlijke hogere waarden. Zo kan bijvoorbeeld liefde tot uiting komen in mijn dankbaarheid of mijn vriendelijkheid. En kan waarheid zich tonen als ik mijn handelen baseer op gelijkwaardigheid, verantwoordelijkheid en vrijheid. Dit is dan mijn gift aan de wereld. Zo werken mijn psyche – door de ontwikkeling naar een hogere trede op de Jacobsladder – en Spirit geïnspireerd samen, via concretisering van Spiritkwaliteiten naar persoonlijke hogere waarden. Deze samenwerking beschouw ik als een sleutelpunt voor het leren belichamen van verlichting. Op precies dit punt bevindt zich de consentmethode, omdat deze methode uitgaat van hogere waarden, ons uitnodigt om die te waarderen, en de ontwikkeling naar het stuurvermogen van de rijpe volwassene ondersteunt, stimuleert en tegelijk uitdaagt.
Gedragen besluiten
De reacties in de lerarensangha op het werken met de consentmethode zijn tot nu toe vooral positief. Er werd een grotere mate van betrokkenheid, respect voor verschillen en creativiteit ervaren. Potentiële conflictpunten verdampten doordat de meningen naast elkaar werden gehoord. De besluitvorming werd constructiever en meer gedragen. Ook op persoonlijk vlak waren er positieve effecten: het nemen van verantwoordelijkheid voor je mening en de daaraan gekoppelde gevoelens werkt zowel ontsymbiotiserend als narcisme-overstijgend.
Tegelijkertijd verliep het toepassen van deze methode natuurlijk ook niet helemaal foutloos. Ik kies ervoor me daar niet door te laten leiden, daarvoor past deze methode te goed bij Zijnsoriëntatie en het pad van verlichte levenskunst. Daarom wil ik graag doorgaan met experimenteren. Door de consentmethode kunnen we waarde leren toekennen aan hogere waarden als gelijkwaardigheid en vrijheid vanuit verantwoordelijkheid. Dat draagt bij aan het belichamen van een verlichte sanghacultuur, waarin we effectief en geïnspireerd samenwerken. Daarom vind ik de toepassing van de consentmethode een kost- bare ontwikkeling.
Literatuur
Knibbe, H. Zijn en Worden, Over Zijnsoriëntatie en levenskunst, Servire, 2006.
Waning van, A. Opgroeien en Ontwaken, de integrale benadering, Rheia, 2017.
Wiechers, B. en Kruk, R. Besluit met consent. Handboek voor effectief en gelijkwaardig samenwerken binnen organisaties en teams, Consent-Methode, 2018.
Wilber, K. Integrale wijsheid en de toekomst van spiritualiteit, Samsara, 2018.
Noten
1 Er is sprake van consensus wanneer alle leden van een groep overeenstemming hebben bereikt. Er wordt net zo lang gesproken over geschilpunten totdat er een formulering is gevonden die voor elke deelnemer aanvaardbaar is (bron: Wikipedia). Aanvaardbaar betekent vaak dat er veel water bij de wijn is gedaan, wat tot een ‘waterig compromis’ kan leiden.
2 Waarden zijn kwaliteiten die we als mens of als samenleving belangrijk vinden. Ze geven richting en zin aan het leven (bron: normenenwaarden.nl). Waarden worden pas waarden als we waarde aan kwaliteiten toekennen. Hier gaat het over zogenaamde ‘hogere waarden’ zoals gelijkwaardigheid en verantwoordelijkheid; deze passen bij een ‘hogere’ ontwikkeling (rijpe volwassene en hoger). Bij lagere optieken (pre-ego en rol-regelniveau) horen zogenaamde ‘lagere waarden’, vaak belangen genoemd. Voorbeelden hiervan zijn succes of uiterlijke schoonheid.